De verschillende fasen van de bevalling: Wat je moet weten en wat je kunt verwachten tijdens de bevalling

De bevalling wordt doorgaans onderverdeeld in verschillende fasen: de ontsluitingsfase, de uitdrijvingsfase en de nageboortefase. Kennis van deze fasen kan je een beter begrip geven van waar je je in het proces bevindt. Hier is een eenvoudige gids om je te helpen navigeren door de verschillende stappen van de bevalling.

Ingela Ågren

Leestijd: 4m

Geverifieërd door Ingela Ågren

gediplomeerde verloskundige

De verschillende fasen van de bevalling: Wat je moet weten en wat je kunt verwachten tijdens de bevallingFoto: Preggers

De ontsluitingsfase wordt meestal verdeeld in twee stadia: de latente fase en de actieve fase. De latente fase markeert het begin van de bevalling en strekt zich uit vanaf het moment dat de baarmoederhals begint te verzachten en te openen tot deze ongeveer 5 cm geopend is. Deze fase kan enkele uren duren, tot een dag of soms zelfs langer. Weeën zijn in het begin vaak onregelmatig en kunnen mild zijn, maar worden geleidelijk frequenter en intenser. Het is niet ongewoon om wat licht bloedverlies te ervaren vermengd met slijm uit de vagina, wat aangeeft dat de slijmprop is losgekomen. Het is gebruikelijk om tijdens deze fase een losse ontlasting te hebben en vaak naar het toilet te moeten. Als het vruchtwater breekt, is het belangrijk om contact op te nemen met de verlosafdeling voor advies. Het is normaal dat het vruchtwater helder of licht roze is. Veel zwangere vrouwen kiezen ervoor om tijdens de latente fase thuis te blijven.

Tips voor het omgaan met de latente fase: Rust zo veel mogelijk tussen de weeën door. Soms kan het moeilijk zijn om te eten, maar probeer energie binnen te krijgen. Kleine, frequente snacks kunnen gemakkelijker te eten zijn dan grote maaltijden. Een bad of douche kan helpen ontspannen en pijn verlichten. Een warme kruik en massage kunnen ook troost bieden. Paracetamol kan ook helpen. Sommige verloskundigenpraktijken bieden ook TENS-apparaten te huur aan voor pijnverlichting thuis.

De actieve fase begint doorgaans wanneer de baarmoederhals ongeveer 5 cm geopend is en gaat door totdat deze volledig geopend is. Tijdens deze fase worden de weeën meestal regelmatiger, en de ontsluiting van de baarmoederhals vindt meestal sneller plaats dan in de latente fase.

Tips voor het omgaan met de actieve fase: Actief zijn en van houding veranderen kan het bevallingsproces vergemakkelijken. Het is goed om af te wisselen tussen rechtopstaande posities en posities waarin je even kunt rusten. Zorg ervoor dat je voldoende vloeistoffen en energie binnenkrijgt. Probeer verschillende soorten pijnverlichting uit om te vinden wat je nodig hebt. Gangbare pijnverlichtingsopties tijdens de bevalling zijn bijvoorbeeld een bad, douche, warmte, TENS, steriele waterinjecties, lachgas en een ruggenprik.

De uitdrijvingsfase kan worden verdeeld in twee fasen: de indalingsfase en de persfase. Tijdens de bevalling beweegt het hoofd van de baby naar beneden door het bekken naar de bekkenbodem. Het is gebruikelijk om tijdens deze fase een toegenomen druk naar beneden te voelen. Het hoofd drukt tegen de endeldarm, en het kan voelen alsof je naar het toilet moet. Wanneer het hoofd van de baby naar beneden is gekomen, neemt de drang om te persen toe. Het is gebruikelijk dat het brandt en spant als het hoofd zichtbaar wordt bij de vaginale opening en op het punt staat geboren te worden.

Tips voor het omgaan met de persfase: Probeer te ontspannen en voel je zwaar in je billen. Vertrouw op het natuurlijke instinct van je lichaam om te persen. De verloskundige past doorgaans warmte toe op het perineum om het risico op scheuren te verminderen, wat vaak prettig kan aanvoelen. Tegen het einde kan de verloskundige instructies geven om de bevalling langzaam te laten verlopen om het risico op scheuren te minimaliseren.

De nageboortefase begint nadat de baby is geboren en gaat door totdat de placenta en de vliezen zijn uitgedreven. Na de bevalling trekt de baarmoeder zich samen, wat helpt om de placenta los te maken van de baarmoederwand. Meestal wordt, met toestemming van de persoon die bevalt, een injectie met oxytocine gegeven om de baarmoeder te helpen samentrekken. Soms komt de placenta vanzelf naar buiten, maar soms helpt de verloskundige door voorzichtig aan de navelstreng te trekken. De meeste placenta's worden binnen 30 minuten na de geboorte van de baby uitgedreven.

Ingela Ågren

Geverifieërd door Ingela Ågren

gediplomeerde verloskundige

Telefoon

Honderden gerelateerde artikelen, podcasts & meer wachten op je in de Preggers-app.

Download Preggers vandaag.

10 beoordelingen